Ik ga wijsbegeerte studeren en stap de universiteit in Nijmegen binnen. We hebben een eigen, laag gebouw van twee verdiepingen. Een onnavolgbaar doolhof van smalle en iets grotere gangen. En een mooie bibliotheek, met een binnentuin. En kleine stoffige docentenkamertjes, waar het ruikt naar oude boeken en oude koffievlekken, die zich aftekenen op het ruwe metselwerk. En…genoeg over de couleur locale.
Daar hoor ik al gauw mijn medestudenten praten over een interessante, onorthodoxe filosoof. Hij trekt meer en meer studenten en zijn laatste college wordt steeds druk na besproken. Hij heet Ton Lemaire en zodra ik kan volg ik óók zijn colleges cultuurfilosofie.
Het is bijna té inspirerend. Ademloos volg ik zijn verhalen die de verschillende disciplines moeiteloos met elkaar verbinden. Ze gaan niet alleen over onszelf en onze plaats in de wereld maar ook over hoe wij dit vertalen in onze kunst en cultuur. En dat het uitmaakt hoe wij denken over de natuur, en hoe nodig dat is. Mijn notities blijven zich maar vullen met boeken en artikelen waarvan ik vind dat ik ze allemaal ook zelf moet lezen. Dan maar wat minder uurtjes slapen.
Helaas laat Lemaire al gauw de universiteit achter zich. Hij trekt zich terug in Frankrijk. Hij probeert zoveel mogelijk zelfvoorzienend te leven en schrijft verder aan zijn indrukwekkende oeuvre. Nu nog steeds. Elke paar jaar verschijnt er weer een nieuw boek.
De vier zomercolleges die ik ga geven dit jaar in juli voor de HOVO Vrije Universiteit Amsterdam vormen een kleine ode aan het werk van Ton Lemaire, waaronder zijn boeken over de filosofie van het landschap.
In Het landschap als spiegel van de ziel – van natuur tot kunst onderzoek ik samen met de deelnemers de vraag: Wat betekent het landschap voor ons?
Maar, is dat niet een overbodige vraag? Want de natuur om ons heen was er toch altijd al? Toch verschijnt het landschap niet zomaar in het blikveld. Vanaf 1450 verandert langzaam de manier waarop de natuur haar invloed uitoefent. In de loop van de tijd gaan filosofen, schrijvers, dichters en kunstenaars meer zien in het landschap dan een schilderachtige afbeelding en decor. Het woud en de bergen, de woestijn en de zee gaan steeds meer voelen als een weerspiegeling van onszelf. Van het zoeken naar zin en antwoorden op vragen als: Waarom besta ik? En: wie ben ik?
We lezen tekstfragmenten uit bijvoorbeeld een filosofisch essay, een gedicht of literatuur, van onder andere Mircea Eliade, Rainer Maria Rilke, Ton Lemaire, Georg Simmel, Immanuel Kant, Mary Shelley, Carl Gustav Carus en Friedrich Nietzsche.

Rozenblaadjes op de grond, onderdeel van het werk Sag mir wo die Blumen sind van Anselm Kiefer in het Stedelijk Museum Amsterdam / Fotograaf: Wilco Schipper
Wat kunt u verwachten? De colleges bieden in vier thema’s inzicht in de reikwijdte van het denken over het landschap en toont de relatie van dat denken met ons zoeken naar antwoorden op existentiële vragen. U ziet hoe die vragen doorwerken in kunst en literatuur.
Het werk van de kunstenaars als Caspar David Friedrich, Nancy Holt, Georgia O’Keeffe en Olafur Eliasson gebruiken we daarbij om de filosofische inzichten ook in beeld nader toe te lichten.
Bijzondere aandacht besteden we aan de landschappen van de kunstenaar Anselm Kiefer, waarvan veelal nieuw werk nu in het Van Gogh Museum en het Stedelijk Museum in Amsterdam te zien is. Misschien kunt u alvast gaan kijken. Wat vertellen zijn werken over onze plaats in de wereld?
Het wordt een mooie zomer. Reist u mee door de filosofie van het landschap?
● Inschrijven en informatie: https://vu.nl/nl/onderwijs/hovo-amsterdam/cursussen-opleidingen/het-landschap-als-spiegel-van-de-ziel-van-natuur-tot-kunst-fysiek/inhoud
Vragen of opmerkingen? Stel uw vraag per mail: katjarodenburg [at] antheia.nl
Of maak een afspraak voor een zoom-ontmoeting, dan drinken we een kop koffie (of thee).
Ik vertel u graag wat u kunt verwachten van de colleges deze zomer.
Ondertussen tot ziens,
Tot gauw,
Katja Rodenburg