Schoonheid van het kwaad?

Ik lees een uitspraak van Charles Baudelaire. Hij schrijft: Het kwade ontstaat zonder inspanning, natuurlijk, onvermijdelijk. Het goede is altijd het resultaat van vaardigheid. In het Frans staat er: le bien est toujours le produit d’un art. Het goede ontstaat niet vanzelf. Het is aan de kunstenaar om de schoonheid zichtbaar te maken. Dat is nogal een opdracht. Toch, als je om je heen kijkt is het juist nu tijd om ons goed daarin te verdiepen.

We deinzen vaak terug voor het kwade, een natuurlijke reactie voor iets wat ons bedreigt. Tegelijkertijd voelen we een aantrekkingskracht waar wij niet ongevoelig voor zijn. Hoe kunnen we met deze spanning om gaan? Kan de kunst hier ons bij helpen?

Dit zijn de gedachten waar ik op dit moment mee bezig ben, tijdens de voorbereiding van mijn zomercolleges Fleurs du Mal – het sublieme, de angst, het kwaad. Over de ervaring van het duistere in filosofie en kunst. Want de grote vraag is, hoe kan uit de duistere kant van het leven tóch iets moois opbloeien?

Ik wil samen met u onderzoeken of de ideeën hierover van beroemde en soms beruchte filosofen als Marquis de Sade, Friedrich Nietzsche, Georges Bataille en Simone de Beauvoir ons een antwoord kunnen geven op deze vraag. Anne Dufourmantelle spoort ons daarbij aan om toch, ondanks angst, een stap te zetten en het risico te nemen.

En hoe werkt dit in de literatuur? We staan stil bij voorbeelden uit de Griekse tragedie, uit het werk van de dichter Charles Baudelaire en de schrijver Joseph Conrad.

Portret van Charles Baudelaire bij Katja Rodenburg Antheia Fleurs du Mal Zomercolleges 2023

Edmund Burke onderzocht grondig de schoonheid en het sublieme. Met zijn inzichten verkennen we de transformatieve kracht die angst maar ook bijvoorbeeld leegte bij ons kan oproepen. Hoe beïnvloedt dit het proces van kunst maken? Ik ben het werk aan het uitzoeken van oude én hedendaagse kunstenaars, van Francisco Goya, William Turner, maar ook van Berlinde de Bruyckere en Thierry de Cordier en…..

Ontdek het tijdens de vier zomercolleges op 18, 20, 25 en 27 juli HOVO Vrije Universiteit Amsterdam.

Ik schrijf mij in: https://vu.nl/nl/onderwijs/hovo-amsterdam/cursussen-opleidingen/cursus-fleurs-du-mal-het-sublieme-de-angst-en-het-kwaad/data-en-contact

Ik wil een vraag stellen: voor vragen en opmerkingen, een zoomontmoeting of telefonisch een persoonlijk gesprek waarin u vragen kan stellen: stel uw vraag per mail katjarodenburg [at] antheia.nl

Ik heb mij al ingeschreven en wil ter voorbereiding van de zomercolleges een literatuurleeslijstje ontvangen: mail katjarodenburg [at] antheia.nl

Ik vind het altijd leuk om gedachten uit te wisselen over waar ik mee bezig ben,

In ieder geval,

Tot ziens,

Katja Rodenburg 

De vrouw en de sfinx – Léonor Fini en de filosofie van het surrealisme

Het is tijdens mijn specifieke onderzoek naar de kunstopvatting van de filosoof Georges Bataille dat ik voor de eerste keer iets van haar werk zie. Ik blader in het boek De tranen van Eros. Het is een persoonlijk werk van de Franse denker over onder andere de drijfveren van het kunst maken en wat hij daar belangrijk in vindt. Ik kijk nieuwsgierig naar vier werken van een voor mij onbekende kunstenaar.

Het zijn grote, duistere afbeeldingen in zwart wit, waarin verschillende vrouwengedaanten samen met de dood in de gedaante van een skelet worden afgebeeld. Ze hebben verrassend inwisselbare titels als De vriendschap en Onvoorwaardelijke liefde. Er staat een kleine biografische notitie bij: Léonor Fini is de dochter van een Argentijnse vader en een moeder uit Triëst. Tot haar voorouders behoren Spanjaarden, Venetianen, Slaven, Duitsers en Napolitanen.

Carl Van Vechten Portrait of Léonor Fini (1936)

In haar eigen tijd kon niemand over deze flamboyante voorvrouw van het Franse surrealisme heen kijken, maar wordt zij ook serieus genomen als kunstenaar? André Breton beschouwt haar slechts als een femme enfant. Bataille ziet dat duidelijk anders. Wat hem bindt met Fini is het feit dat ze ieder op een eigen manier rebelleren tegen de te rigide opvatting van het surrealisme die Breton predikt.

Lees verder

Van het donker naar het licht: Odilon Redon

‘Een kunstenaar weet heel goed dat van alles wat hij maakt, die werken het beste zijn bedoelingen weergeven en hemzelf onthullen, die in eenzaamheid gemaakt zijn. Elk ontstaan is enigszins schemerig en mysterieus.’

Zo schrijft Odilon Redon in 1913 in zijn Confidenties van een kunstenaar.

Ondanks zijn grotere bekendheid is de kunstenaar zelf raadselachtig gebleven. Het symbolisme, de kunststroming die voornamelijk is ontstaan in Frankrijk en België, is moeilijk te doorgronden. De gedichten van Charles Baudelaire, de schilderijen van Gustave Moreau vormen naast de kunst van Redon de belangrijkste werken die hieruit zijn ontstaan.

Wat willen deze individuele en eigenzinnige kunstenaars?

In ieder geval willen zij hun ongenoegen met de verdere opmars van het rationalisme en het materialisme in de westerse cultuur uitdrukken. Het gebied wat zij betreden vormt het tegendeel ervan. Zij laten een andere kant van de mens zien: ons vermogen om te dromen en de wil om onze verbeeldingskracht te laten werken. En zij wijzen ons op het ‘spirituele’, het onzichtbare geestelijke, zoals het aanwezig is in de natuur en onszelf.

Tijdens de Christmas Lectures Van het donker naar het licht – Odilon Redon en het scheppen van kunst volgen wij in dit perspectief de ontwikkeling van de kunstenaar.

We maken mee hoe hij na een periode vol werken in streng zwart-wit, zijn les noirs, de kracht van het gebruik van kleur ontdekt. En op welke manier hij zijn kleuren in dienst van het onzichtbare gaat laten spreken.

Lees verder

Wat is de geheime kracht van de melancholie?

In de lente van 1819 schrijft de dichter John Keats zijn Ode on Melancholy. Een ode? Maar melancholie is toch een gemoedstoestand die je liever achter je wilt laten, om snel over te gaan naar een lichtere stemming?

Toen ik werkte aan het boek en een tentoonstelling over de kunstenaar Armando, onderzocht ik de belangrijke rol van de melancholie in zijn werk. En zo ontstond de uitgave Armando en de melancholie van het scheppen.

Het bracht mij op het idee om Maarten Doorman te vragen om voor die gelegenheid het intrigerende gedicht van Keats in het Nederlands te vertalen.

Het tweede vers uit zijn Ode op de Melancholie:

Maar waar melancholie zich gelden doet

 En uit de hemel als een wolk haar tranen spilt

Die bloemen met hun hangend kopje voedt,

De heuvel groen in sluiers van april verhult;

Smaak daar uw pijn bij een bedauwde roos,

Of bij de glinstering op het gerimpeld strand,

   Of bij pioenen, weelderig en dik;

Of stel, uw liefste maakt zich rijkelijk boos,

  Laat haar dan tieren, vang haar zachte hand,

En zwelg diep, diep in haar weergaloze blik

Lees verder

Hoe verander je van een muze in een maker?

Het is prachtig weer. Tijd om te ontspannen. Gustav Klimt laat zich bij de villa aan het meer fotograferen, samen met mode-ontwerper Emilie Flöge. De schilder heeft zijn karakteristieke kaftan aan, de schouders zijn geborduurd met krullende motieven. Lachend kijkt hij naar Emilie.

Zij straalt in haar eigen creatie, met een gewaagd patroon van witte en zwarte strepen, afgezet met stroken die bestaan uit een schaakbordmotief. Dan spreidt ze haar armen uit en zien we het onverwachte effect van de zeer grote vleermuisarmen.

Klimt en Flöge koesteren jarenlang hun vertrouwelijke, intieme relatie. Zij vinden elkaar in de manier waarop ze naar hun eigen tijd kijken, inspireren elkaar in hun dagelijkse praktijk van het kunst maken.

Het is een onderwerp wat mij al langer boeit. Hoe gaat dat eigenlijk, dat werken van twee kunstenaars in wederzijdse aandacht, bewondering, in hoogte- en dieptepunten?

Mijn onderzoek begon pas echt vorm te krijgen bij het schrijven van mijn boek Ik, Ophelia en het maken van de bijbehorende tentoonstelling in het Van Gogh Museum. In het boek schets ik hoe het model voor het beroemde schilderij Ophelia, Elizabeth Siddall, zichzelf verder ontwikkelt in haar relatie met de schilder Dante Gabriel Rossetti. En hoe dit verder resoneert in het werk van moderne hedendaagse kunstenaars.

Lange tijd stappen de meeste vrouwen alleen als muze, model en minnares over de drempel van het atelier. Siddall is een voorbeeld van hoe dat vanaf het midden van de 19e eeuw steeds meer verandert. De vrouw gaat zichzelf rechtstreeks uitdrukken in de kunst.

Lees verder

Blik op de wereld, in het hart van ons bestaan

Richard Kendall, John Leighton Van Gogh’s Van Goghs (Abrams)

De Grieken, die de geheime leer van hun wereldbeschouwing in hun goden uitspreken en tegelijkertijd verzwijgen, hebben als dubbele bron van hun kunst twee godheden opgesteld, Apollo en Dionysus.

Dit schrijft Friedrich Nietzsche in 1870, wanneer hij al volop aan het nadenken is over de thema’s die gaan leiden tot zijn eerste boek. Vanaf dit moment zijn de termen het apollinische en het dionysische niet meer van het toneel verdwenen in het denken over de band tussen de kunst en het leven.

Steeds weer spreekt de filosoof over de strijd die deze twee driften – ‘bijna altijd in oorlog’ – met elkaar leveren en hoe ze in deze krachtmetingen de kunst en het leven voortbrengen.

Lees verder

Mens en/of Beest?

Het museum lijkt leeg, het moet tegen sluitingstijd zijn. Ik loop door de grote ruimtes van Fondation Beyeler in Basel. Het licht stroomt naar binnen door de grote ramen.

Ik passeer het ene grote werk na het andere. Als iconen hangen ze daar, zacht glanzend maar stil. Mijn hakken klinken hard op de vloer, ik probeer wat zachter te lopen.

Dan sla ik een hoek om. Het licht is nu minder fel geworden. Het schilderij verschijnt voor mij, op een paar meter afstand. Het heeft zich losgemaakt van de muur. Het werk zweeft. Ik weet niet wat ik zie, maar het werk ademt. Het leeft.

Lees verder

Afstand houden … om dichterbij te komen?

Was suche ich in dieser Gesellschaft, mit der ich seit zwanzig Jahren keinen Kontakt haben wollte, und die ihren Weg gegangen ist, wie ich den meinigen?

uit: Holzfällen (Houthakken)

In 1965 koopt schrijver Thomas Bernhard een vervallen boerderij, een ‘Vierkanthof’, in Ohlsdorf, Oostenrijk. De komende tien jaar zal de schrijver het complex verbouwen. Hij wil een ware denk – en schrijf ‘kerker’ inrichten, waar hij ongestoord in zijn eigen vormgegeven ambiance zijn werk kan uitvoeren.

Nu zit op het erf halfbroer Peter Fabjan samen met de interviewer op een bankje. Er komt heel wat voorbij, in dit toch maar korte gesprek van een kwartiertje. Het is duidelijk dat het niet eenvoudig was om met Thomas Bernhard de schrijver om te gaan. Zeker niet wanneer je zijn jongere broer bent.

Een niet te overbruggen distantie. Van iemand die steeds weer bewijzen verlangt van je loyaliteit. Ik volg het gesprek maar mijn gedachten dwalen af. Of blijven haken zo je wilt. Deze afstand tot je ‘naasten’, tot de wereld, is dit niet iets dat fundamenteel is voor zijn schrijfpraktijk?

Lees verder

Caspar David Friedrich voelt het landschap

Niet veel mensen weten dat op het bekende schilderij Monnik aan zee (1808-1810) ooit een stuk meer te zien was dan nu. Eerst schildert Friedrich enkele schepen op zee. Maar wanneer hij naar het doek kijkt is hij niet tevreden. En dan neemt hij een moedige beslissing: hij laat de schepen verdwijnen. De zee wordt de hoofdpersoon. De monnik blijft alleen achter op het strand. Klein en nietig, in een weidse ruimte van lucht, water en aarde. Wij kijken en voelen. Net als hij ervaren wij de intense aanwezigheid van de natuur.

Dit schilderij is meer dan wat het afbeeldt. Het komt overeen met de ervaring van onszelf als toeschouwer in de moderne wereld, een ervaring dit toen begon. Wij zijn alleen terwijl we tegenover het immense van het universum staan. Het is alsof de geheimen van de religie en het ritueel de kerk hebben verlaten. Ze bevinden zich nu ergens in de natuurlijke wereld. Ze laten zich alleen in de machtige natuur zien.

De moderne wereld gaat verder. En Friedrich is op zoek naar een manier om zijn ervaring van het heilige, het sacrale, het ‘dat wat je niet kan benoemen’ weer te laten plaatsvinden.

Lees verder