Iets meer dan twintig jaar geleden sta ik in een eenvoudige kamer. Een bed, een paar stoelen, een tafel. Brede planken vormen de wand. Ik luister. Het is stil. Alleen de machtige natuur, de bergen en het meer, laten zich voelen. Dan schijnt de late middagzon door het raam.
Ik was al in de kamer van Goethe geweest. En naast het bureau van Schiller zag ik dat hij zelf sierlijk de titels op zijn gekafte boeken had geschreven.
Deze keer was het anders. Dit is een kamer om te werken én om te leven. Hoog in de bergen, vanuit een wereld die bestaat voordat andere mensen zich laten zien.
In de zomer van 1884 leest Nietzsche zijn eigen werk, alle boeken die hij heeft geschreven, van De geboorte van de tragedie tot Aldus sprak Zarathustra. Het is bijna zijn veertigste verjaardag. Wat gaat hij de komende jaren doen?
Lees verder →