Anselm Kiefer vertelt erover in een recent interview in het Getty Center in Los Angeles. Een kunstenaar schept nooit zomaar ‘ex nihilo’ (uit het niets). De kunstenaar bevindt zich in de stroom en de dingen gaan door hem heen. Zo wordt hij als het ware doordrongen van de gedachten en de beweging. Ik luisterde naar zijn formulering en dacht meteen aan ‘Fluxus’ en zijn vroegere docent Joseph Beuys en inderdaad duikt het woord in de conversatie op. De echte wereld bestaat dus niet. De realiteit kan alleen via iets anders bestaan, in de vorm van een kunstwerk, een gedicht of een stuk muziek. Kiefer noemt de Veda’s en de filosoof Herakleitos en stelt dat de objecten in de wereld niet vast staan, maar bewegen. Natuurlijk is een kunstwerk óók een illusie maar dan op een ander niveau. Een gedicht heeft de kracht de werkelijkheid iets minder illusoir, dus iets meer echt te laten lijken.
Voor hem betekent kunst meer dan het denken: het gevoel, het intellect en de wil brengen samen het kunstwerk voort. Daarbij is het een misverstand dat kunstenaars altijd streven naar het esthetische (lees: het mooie). Ze kiezen juist de meest vreselijke onderwerpen en brengen die omhoog naar het niveau van de kunst. Deze opmerking verwijst naar de opvatting van Friedrich Nietzsche, die stelt dat de kunst de ontstellende dingen van het bestaan kan ombuigen naar voorstellingen waar mee te leven valt. Zoals blijkt uit zijn opmerkingen en denken over kunst staat Kiefer stevig in de traditie van het Duitse denken. De kunstenaar biedt ook een kijkje in zijn maakproces. Hij probeert uit te leggen hoe dat eigenlijk werkt voor hem, een schilderij maken. Voordat hij begint maakt hij altijd een concept, hij heeft een idee van wat hij eigenlijk wil doen. Maar al gaandeweg raakt het concept uit het zicht. Het werkt bijvoorbeeld niet en dan dient zich weer een ander idee aan. Altijd gaat het anders dan hij denkt. En dat is ook waar hij naar op zoek is, hij wil verrast worden. Nadat hij een tijdje te midden van de materie en het schilderij heeft verkeerd komt er op een gegeven moment een resultaat tevoorschijn.
Maar dan begint het pas. Hij zet het werk voor zich neer en de dialoog met het schilderij begint. Want hij weet niet meteen wat het schilderij hem wil vertellen en wat het voor hem betekent. Bovendien is het net alsof wat hij gemaakt heeft door iemand anders is gemaakt dan hij zelf. Mooi hoe hij de verwondering die opkomt bij het maken zo naar voren brengt, een ervaring die de vaak veronderstelde volledige controle van de kunstenaar over het proces tegenspreekt. Hij blijkt het ook niet helemaal alleen te kunnen voltooien, regelmatig roept hij de hulp in van de natuur. Dan legt hij het schilderij in de sneeuw of regen. Ook schilderijen veranderen zo en bevinden zich in een proces van worden.
Anselm Kiefer is niet de eerste die de natuur zo’n actieve rol geeft in het maken van een schilderij. Edvard Munch sprak soms over zijn schilderijen als zijn kinderen, maar stelde ze bij zijn ateliers op het landgoed Ekely toch met opzet bloot aan de elementen.De wisselwerking met de natuur blijft ook voor de moderne kunstenaar belangrijk. De manier waarop wij naar de natuur en het landschap kijken wordt bepaald door onze eigen blik. Wij geven het landschap zelf een betekenis, ondertussen weet de natuur van niets.Maar omdat hij ‘vol met geschiedenis’ zit kan Kiefer het landschap niet als onschuldig zien. Veel van zijn werk van verwijst naar pijnlijke momenten uit de Duitse geschiedenis.
Ook de in Duitsland en Nederland werkende kunstenaar Armando kent deze ervaring. Hij laat in zijn ‘schuldig landschap’ zien dat de almaar doorgroeiende natuur de grond van het slagveld weer toedekt. Maar het blijft knagen. In ‘Dagboek van een dader’ omcirkelt Armando dit gevoel in woorden:
‘Dit landschap heeft kwaad gedaan. Ik kan de legers
vermoeden. Het is hier vredig, maar opgepast. Stilte
komt soms na lawaai: hier was pijn, hier ranselde de
medemens.
De Tijd heeft schuld, alles groeit weer, maar den-
ken wordt vergeten. Verraad!
Dit slagveld blijft mijn eigendom, al leef ik nog zo
erg.’
Bij Anselm Kiefer verschijnt de tekst, in woorden en zinnen, op het doek en de werken zelf. ‘De woorden stellen de schilderijen bloot aan een gevaar’. Soms spreekt het woord het schilderij zelfs tegen. Je vraagt jezelf af, wat betekent dit werk nu? Zo wordt je er toe aangezet om erover na te denken. Woorden en boeken zijn belangrijk voor Kiefer, een tijdje lang wist hij niet of hij schrijver of schilder wilde worden. Nu laat hij beide kanten samengaan in zijn kunst. Ik ben blij dat Kiefer geen keuze heeft gemaakt en dat Armando zich zowel in proza en gedichten als in zijn beeldende werk uitdrukt. Beide kunstenaars zorgen zo voor een rijke voedingsbodem waarmee we met hun ogen naar de verhouding tussen mens en wereld kunnen kijken. Totdat het nieuwe schilderij zich aandient.
Het interview met Kiefer geeft een mooi beeld van de zorgvuldige manier waarop de kunstenaar zich probeert te verhouden tot zijn werk en de wereld. De notitieboeken van de kunstenaar uit de jaren 1998 en 1999 kunnen daar verdieping aan geven.
Zo noteert hij op een zondag na een dag in de Auvergne in 1998:
‘in den augen noch die vielen punkte der blumen, gelbe, blaue, weiße, rote, die wiesen übergossen mit gelb, weiß, das wort übergossen nicht richtig, denn es waren ja einzelne. was war das besondere, das begeisternde an dieser pracht, die wie die morgendliche pracht nach einem nächtlichen schneefall war, wenn alles verändert, alles weiß ist. es ist wohl so, daß eine extreme verwandlung, eine katastrophenumwälzung stattgefunden hat, die diesen schock auslöst, der fragen läßt, nach so langer zeit wieder einmal nach worten suchen läßt. tief unter diesen tasten. diese blumen so zahlreich wie die sterne am himmelszelt.‘
Door de kleurenpracht van de bloemen in de natuur ervaart Kiefer een krachtige omwenteling. Hier moet je zoeken naar woorden. Gelukkig kan in zijn beeldende kunst iets van deze ervaring wel verder gedragen worden.
Katja Rodenburg
Deze tekst is een verdere uitwerking van het college over Anselm Kiefer uit de zomercollegeserie Filosofie en de moderne kunst – Munch, Bacon, Beuys, Kiefer voor de HOVO Vrije Universiteit Amsterdam (juli 2017)
Interview met Anselm Kiefer op 27 april 2016, The Getty Center, Los Angeles
Armando, Dagboek van een dader, Bezige Bij, 1990
Anselm Kiefer, Notizbücher Band I: 1998-1999 Suhrkamp Verlag
Katja Rodenburg, Armando en de melancholie van het scheppen, WBooks, 2009
Meer over Armando: zie boven bij Boeken/Publicaties/ Media en
https://antheiablossoms.files.wordpress.com/2016/06/armando-in-berlijn-resten.pdf